Tijd voor een WOR-politie?

Door Bennie Temming

Bedrijven met een omvang van 50 of meer werknemers zijn bij wet verplicht een ondernemingsraad in te stellen.
Maar wat als er in zo’n bedrijf geen ondernemingsraad is ingesteld?
Wie ziet er toe op het naleven van die wettelijke verplichting? En kun je daar als werknemer zelf wat aan doen?

OR verplicht

Als er in je organisatie in de regel meer dan 50 mensen werken is een ondernemingsraad verplicht. Aan deze verplichting moet de directie of het bestuur gevolg geven. In bijzondere situaties kan de werkgever ontheffing krijgen. De Sociaal-Economische Raad (SER) kan deze ontheffing verlenen voor ten hoogste 5 jaar. De SER is daar zeer terughoudend in: momenteel zijn maar 3 organisaties ontheven van hun OR-plicht. Onvoldoende belangstelling bij het personeel of het hebben van andere overlegvormen is geen reden voor ontheffing.

Eerst even de feiten op een rijtje

Toch hebben niet alle organisaties met een OR-plicht ook daadwerkelijk een OR. Uit een onlangs, in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, gehouden onderzoek

(Wajon, Vlug en Enneking; juni 2017), blijkt dat slechts 67% van de bedrijven met een OR verplichting ook een OR heeft ingesteld. Dat het niet de goede kant op gaat blijkt uit het vergelijk met een zelfde onderzoek in 2011 (Visee e.a.; mei 2012). Toen lag het percentage nog op 71%.

Het zijn vooral de bedrijven in de handel, horeca en transport die dit percentage drukken. Kleinere bedrijven (50-100 werknemers) hebben ook minder vaak een OR terwijl bedrijven met meer dan 200 werknemers hoog scoren (95% heeft een OR).

Flexibilisering van de arbeid draagt ook niet bij aan de naleving van de WOR. Van de bedrijven met meer dan de helft werknemers op een tijdelijk contract heeft slechts 29% een OR.

In de bedrijven waar geen OR is ingesteld geeft 66% van de werkgevers aan geen OR te hebben omdat het personeel daar geen behoefte aan heeft. Opmerkelijk is dat van de werknemers in die bedrijven slechts 23% aangeeft geen behoefte te hebben aan een OR maar vooral aangeeft dat de werkgever daar geen behoefte aan heeft.

Dat de OR meerwaarde heeft blijkt ook uit het onderzoek.  In bedrijven met een OR geven zowel de werkgevers (gemiddeld 89%) als de werknemers (gemiddeld  85%) de meerwaarde aan van de OR in hun bedrijf.

Wie controleert of de WOR wordt nageleefd?

Hoe is het dan mogelijk dat 1 op de 3 bedrijven die onder de Wet op de ondernemingsraden (WOR) vallen deze niet naleeft? ‘Wet is Wet’ zou je zeggen. Is er dan geen controle op het naleven van de WOR?

Wie handhaaft de WOR?

Vanuit de overheid is de SER belast met het bevorderen van medezeggenschap in ondernemingen en daarmee de naleving van de WOR. De SER is echter geen ‘WOR-politie’: hij controleert bedrijven niet op het naleven van de WOR. De SER geeft vooral aanbevelingen en voorlichting op het gebied van medezeggenschap.

Het instellen van een OR kan enkel worden afgedwongen door ‘belanghebbenden’, de betrokken werknemer(s) en de bij de onderneming betrokken vakorganisatie(s). Zij kunnen bij de werkgever aandringen een OR in te stellen. Wordt hieraan geen gehoor gegeven dan kan men de kantonrechter, eventueel na bemiddeling van de bedrijfscommissie, om een uitspraak vragen.

De praktijk

In een onderneming met al jaren rond de 140 werknemers is nog steeds geen OR ingesteld. Enkele werknemers die ik daarover sprak gaven aan een verzoek hiertoe bij de werkgever te hebben ingediend. Dat werd hen niet in dank afgenomen. Naast het verweer van de directie dat er in het bedrijf geen enkele behoefte is aan een OR, voelden ze zich ook geïntimideerd.

Hoe nu verder was de vraag.

Ook al zal deze situatie niet maatgevend zijn voor alle bedrijven waarin werknemers een OR wensen, de volgende aanpak is overal aan te bevelen:

  • Doe het schriftelijk verzoek aan de werkgever tot oprichting van een OR en vraag om een schriftelijke reactie.
  • Zorg dat het verzoek wordt ondertekend door een zo’n groot mogelijke groep collega’s. Ook hier telt: samen sta je sterker.
  • Check of de vakbonden in jullie bedrijf het verzoek willen indienen, of op zijn minst willen ondersteunen. Des te meer collega’s lid zijn van een bond, des te sterker deze staat bij je werkgever.
  • Kent je organisatie een Raad van Commissarissen of een Raad van Toezicht overweeg dan om een afschrift van het verzoek aan de werkgever ook aan hen te sturen.
  • Er zijn bedrijven en/of sectoren met kwaliteitscertificaten waarin naleving van wetgeving en soms het hebben van een OR is opgenomen als eis voor toekenning van het certificaat. Check of dit bij jullie aan de orde is.
  • Check ook vooraf bij de collega’s of er voldoende animo is voor het lidmaatschap van de OR. Want mocht de werkgever een OR gaan instellen, dan moeten er wel kandidaten zijn.

Initiatiefnemers tot het oprichten van een OR hebben net als (ex)OR-leden een wettelijke bescherming tegen benadeling en ontslag.

Het schiet nog niet op

De mogelijkheid om naleving van de WOR te vorderen heeft de afgelopen jaren niet bijgedragen aan meer  ondernemingsraden in bedrijven die daartoe verplicht zijn. Daar kunnen een aantal redenen voor worden aangedragen.

  • De economische crisis en de toenemende flexibilisering, zeker in een aantal bedrijfstakken, hebben ervoor gezorgd dat de positie van de werknemer ten opzichte van zijn werkgever is verzwakt. Als je al bezorgd bent over het behoud van je baan, maak je je minder snel druk over het gemis aan medezeggenschap.
  • Vakbonden hebben in die sectoren waarin de WOR slecht wordt nageleefd aan kracht ingeboet. Met geen tot weinig leden in een bedrijf maak je bij een werkgever niet veel indruk als het om naleving van de WOR gaat.
  • Ook bij de overheid heeft de afgelopen jaren naleving van de OR-verplichting niet echt hoog op de agenda gestaan. Was er ooit sprake van dat elke 3 jaar de naleving zou worden onderzocht; het dit jaar gehouden onderzoek is het eerste in 6 jaar.

     Als je al bezorgd bent over het behoud van je baan, maak je je minder snel druk over het gemis aan medezeggenschap.

Hoe zou naleving kunnen worden bevorderd?

In het recente onderzoek worden een aantal suggesties gedaan zoals het verplicht vermelden in het jaarverslag en registratie bij de Kamer van Koophandel. Dit vereist dan wel wettelijke verankering.

Zelf pleit ik daarnaast o.a. voor:

  • Een actievere rol van de SER en de bedrijfscommissies. Het zo nodig op basis van meldingen onderzoek kunnen doen en naleving kunnen opleggen.
  • Meer toezicht op het naleven van de WOR door toezichthouders.
  • Het ondersteunen van initiatieven van werknemers.
  • Een OR predicaat voor bedrijven met een OR.
  • Belastingvoordeel op de kosten van medezeggenschap, vergelijkbaar aan die voor R&D- en milieu-investeringen.

En als dit niet helpt, wordt het dan toch tijd voor de WOR-politie?